16 DECEMBER 1980 2418 zal wel eens een pijnlijke operatie kunnen worden. Een recente steekproef onder personeelschefs van grote en middelgrote bedrijven en ondernemingen liet zien, dat het bedrijfsleven zich nog nauwe lijks bewust is van de betekenis van deze wet. Veel ondernemingen zijn er nog nauwelijks over aan het denken en voor de meeste gemeenten zal dat wel niet anders zijn. Dat klinkt vreemd, want de wet geeft richtlijnen aan inzake het functioneren van de ondernemingsraad, stelt werkoverleg verplicht, bevat allerlei goede bepalingen met betrekking tot opleidingen, informatieverstrekking, leiderschap enzovoorts en bovendien heeft de wet betrekking op het welzijn van de werknemer binnen de onderneming De geschiedenis van de wet laat een bekend beeld zien: werkgevers zeggen dat zij te ver gaat, vak organisaties vinden de wet niet of nauwelijks vol doende en betwijfelen of er voldoende controlemoge lijkheden zijn. De ARBO-wet wordt door onze fractie als een belangrijke stap in de richting van humanisering van arbeid gezien. Wij vinden dat de gemeente als werkgever de mogelijkheden die de wet biedt opti maal moet benutten, ook al weten wij dat pas in het voorjaar van 1982 zal worden bepaald in hoever re de wet op gemeenten van toepassing zal worden verklaard. De Prv,d.A, zal daarom een motie indie nen waarin erom gevraagd wordt ook op gemeentelijk niveau de ARBO-wet ten aanzien van veiligheid, ge zondheid en welzijn uit te werken. Tevens vinden wij het van groot belang, dat de discussie over de ARBO-wet bij de diensten en bedrijven wordt opge start. Ook op dit punt vragen wij het college ini tiatieven te nemen. Naar aanleiding van de door D'66 aangekondig de motie dan nog het volgende. Er wordt binnen het gemeentelijk apparaat met betrekking tot het pas sief kiesrecht nogal verschillend gedacht. Dat is onlangs gebleken uit de informatie over de evalua tie van de m.c.-verordening die onlangs de commis sie p. en o. en het g.o. is gepasseerd. Excuses

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2418