16 DECEMBER 1980
2420
en gaat over tot de orde van de dag."
De heer DE BROUWER: Ik had de ons toegemeten
tijd willen benutten om aandacht te vragen voor
een grondbeginsel van democratie, dat in het ge
meentelijk apparaat niet wordt toegepast. De heer
Römkens heeft dat nu al gedaan op een wijze die ik
hem niet kan verbeteren. Het stemt mij tot vreugde
dat het C,D.A.naar ik meen te mogen verwachten,
onze motie in deze richting zal ondertekenen om
althans de indiening ervan mogelijk te maken. De
P.v.d.A. heeft al aangegeven niet achter de motie
te kunnen gaan staan, wat mij aanleiding geeft te
zeggen dat mij dat enorm tegenvalt. Het gaat hier
bij om een democratisch principe waaraan niet de
hand wordt gehouden. De heer Paquaij kan nu zeggen
dat een evaluatie van het functioneren van de me
dezeggenschapscommissies in gang is gezet en dat
zijn fractie de resultaten daarvan met belangstel
ling afwacht, maar ik kan mij niet voorstellen dat
die evaluatie eerlijk zal zijn waar vakbondsleden
zullen moeten evalueren en beoordelen of het nodig
is, dat niet-vakbondsleden in de medezeggenschaps
commissies zullen gaan functioneren. Dat is gewoon
niet juist, van een ander heb ik in verband hier
mee de opmerking gehoord dat dit doet denken aan
een paus die zichzelf onfeilbaar verklaart.
De heer PAQUAIJIk kan mij dit standpunt van
de heer De Brouwer wel indenken, maar ik had dit
betoog eerder in de commissie verwacht.
De heer DE BROUWER; De algemene beschouwingen
en de portefeuillegewijze behandeling bieden hier
toe naar mijn mening een uitstekende gelegenheid.
In de commissie hebben wij alleen een rondvraag,
waarbij wij niet met voorstellen mogen komen. Ik
vind dit hiervoor een uitgelezen moment.
De heer DREEF: Actief en passief kiesrecht
zijn een gegeven waarover je zou kunnen