16 DECEMBER 1980
2422
mij vooral ging om het feit dat de huidige gang
van zaken erg verstarrend werkt in de richting van
de vakorganisaties. Het lijkt mij zinnig dat ieder
een zowel passief als actief kiesrecht heeft. Op
zichzelf ben ik er zeker een voorstander van dat
mensen zich organiseren, dat zou ik eenieder zelfs
willen aanraden, maar als men dat niet wil moet
men daartoe de mogelijkheid hebben. In de praktijk
blijkt nogal eens dat mensen die als individueel
lid zitting in een medezeggenschapscommissie krij
gen als medezeggenschapscommissielid bemerken dat
het nuttig is lid van een vakorganisatie te zijn,
zodat het opnemen van niet-georganiseerden in de
medezeggenschapscommissies ook nog best positief
voor de vakorganisaties kan werken.
Aspecten als openbaar vergaderen en het kie
zen van een voorzitter zouden meteen kunnen worden
meegenomen. Moties zijn snel gemaakt en het zou
goed zijn als wij de drie punten nu in één motie
zouden vastleggen. Ik ben benieuwd wat de P.v.d.A.
in dat geval zou zeggen.
Over de positie van de vrouw slechts een kor
te opmerking. Ik ben van mening dat de vrouw nog
steeds in een achterstandssituatie zit en dat het
daarom goed is wanneer vrouwen zich organiseren.
Dat kan soms wellicht de indruk wekken dat de vrou
wen zich afzetten tegen de mannenmaatschappij
dat is misschien ook wel terecht maar ik denk
dat zij het zich organiseren nodig hebben om bin
nen het gemeentelijk ambtenarenapparaat maar
niet alleen daar -een vuist te kunnen maken. Van
daar dat ik het op het ogenblik gevoerde beleid
steun.
Ik zou de wethouder voorts nog willen vragen
of in het kader van het personeelsbeleid facili
teiten worden gecreëerd die het deelnemen van vrou
wen aan het arbeidsproces mogelijk kunnen maken.
Ik denk hierbij aan bijvoorbeeld crèches en aan
coördinatie tussen de wethouder personeelszaken en
de wethouder van emancipatiezaken.