2423
16 DECEMBER 1980
Wethouder WELSCHEN: Door de geachte raadsle
den zijn een paar topics naar voren gebracht.
Door de C.D.A.-fractie is nog eens aangegeven
wat de bedoeling is van deeltijdarbeid. In ons ap
paraat wordt ervan uitgegaan, dat deeltijdarbeid
in ieder geval arbeidsplaatsen zal moeten opleve
ren, maar zoals u weet zullen wij pas per 1 janu
ari a.s. starten met het uitvoeren van de maatre
gelen zoals zij in de nota zijn vastgelegd. Voor
uitlopend op die maatregelen hebben wijzelfs in
twee fasen, een discussieronde, een bewustwordings
ronde gehad en de laatste maanden hebben tiental
len mensen hun volledige baan in een deeltijdbaan
omgezet. Het gaat hierbij om een aantal van rond
de zestig en het aantal nieuwe daar uit voortko
mende banen ligt op het ogenblik tussen de tien en
vijftien a zestien. Ik weet het niet helemaal pre
cies omdat soms ook weer deeltijders worden inge
vuld. Dit is dus gebeurd voordat wij toe zijn aan
een actieve benadering en naar mijn gevoel wordt
hierdoor aangetoond, dat de manier waarop wij
hieraan aan het werk zijn geweest goed is te noe
men. Eerst bewustwording en pas daarna het wat
stringenter gaan doorvoeren van maatregelen, men
kan het dan ook bewaken. De zestig mensen die zich
de laatste maanden voor deeltijdarbeid hebben aan
gemeld zijn zeker niet allemaal vrouwen, er zijn
ook mannen die werktijdverkorting aanvragen of
naar deeltijdfuncties solliciteren en dit komt ook
nogal veel in beleidsfuncties voor. Deze ontwikke
lingen geven mijns inziens aan, dat wij met nieuwe
trends te maken hebben; de deeltijdmarkt is niet
langer alleen voor lager betaalden en vrouwen, de
ontwikkeling geeft door het apparaat heen een veel
gedifferentieerder beeld te zien, wat naar mijn
mening erg plezierig is. Overigens moet ik zeggen
dat hetgeen Delft op dit terrein heeft gedaan mij
ook wel aanspreekt, Delft heeft een min of meer
taakstellend beleid op dit punt geformuleerd. Wij
hebben het gevoel dat wij op de manier waarop wij
nu werken tot dezelfde aantallen of misschien zelfs