16 DECEMBER 1980 2426 is dat een evaluatie van het geheel ter tafel zal komen waarbij de nu genoemde punten naast nog een groot aantal andere punten aan de orde zullen wor den gesteld. Werkgevers wordt in het algemeen nog al gemakkelijk verweten, dat zij eenzijdig maatre gelen nemen die zij leuk vinden. Waar wij in dezen niet eenzijdig bezig zijn, maar in samenwerking met het personeel en de organisaties hebben gehan deld, ben ik van oordeel dat wij ons aan de afspra ken met het personeel moeten houden. Hierbij kan ik wat de evaluatie betreft mededelen dat deze in middels zo ver is gevorderd, dat wij in april men moet mij echter niet op één maand vastpinnen met een compleet voorstel inzake bijstelling van de m.c-verordening hopen te kunnen komen. Het is natuurlijk duidelijk, dat het college in dat kader ook met een voorstel inzake passief en ac tief kiesrecht zal komen, een voorstel dat overi gens ook negatief zou kunnen zijn. Mevrouw SAELMAN-BOELENWij verwonderen er ons over dat iets dergelijks geëvalueerd dient te worden. Het is toch zonneklaar dat er sprake is van ondemocratisch handelen als een kwart van de werknemers over het totaal beslist. Gezien deze situatie kunt u toch niet zeggendat hierover nog wel eens zal worden gepraat en dat afspraken zijn gemaakt. Zoiets te horen uit de mond van een P.v.d.A.-wethouder vind ik onbegrijpelijk. Wethouder WELSCHEN: Wij hebben een overleg tussen werkgever en werknemers gestart vanuit het overleg tussen vakorganisaties, die zich het be lang van de werknemers vroegtijdig hebben aange trokken. Daaruit is traditioneel een overleg tus sen werkgever en vakorganisaties gegroeid en dat wil mevrouw Saelman op het ogenblik verruimen. Ik zeg helemaal niet dat dit nooit zal gebeuren, ik zeg alleen dat wij het vorig jaar bij de behande ling van de nieuwe m,c.-verordening uitvoerig over dit punt hebben gediscussieerd, waarbij in de raad

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2426