2431
16 DECEMBER 1980
het ministerie zal worden benaderd om te bereiken
dat een soepele hantering van de 7%-norm voor Bre
da mogelijk zal zijn. Onlangs hebben wij kennis
kunnen nemen van het rapport Consequenties lange
wachtlijsten, uitgebracht door de Stichting Be-
jaardenwerk. In dit rapport wordt de schrijnende
situatie nogmaals cijfermatig onderbouwd. Het is
verheugend dat uit dit rapport blijkt dat de par
ticuliere welzijnsinstellingen een belangrijke
functie vervullen ter overbrugging van een periode
waarin bejaarden moeten wachten op opname nadat de
indicatiecommissie een positief advies heeft uit
gebracht. De extramurale hulpverlening is echter
slechts een deeloplossing voor de gesignaleerde
problematiek. Wij vragen ons dan ook af of het
functioneren van de indicatiecommissie zinvol is
als gelijktijdig moet worden geconstateerd dat de
resultaten van deze commissie geen gevolg krijgen
in het beleid. Juist de categorie bejaarden, die
een belangrijke bijdrage heeft geleverd tot de
welvaartsstaat waarin wij leven, mag hiervan niet
de dupe worden. Graag nodigen wij het college dan
ook uit ons mee te delen of positieve medewerking
van het ministerie kan worden verwacht bij de rea
lisering van extra verzorgingscapaciteit. Indien
onverhoopt handhaving van de 7%-norm voor Breda
blijft gelden moet het college naar onze mening in
samenwerking met alle betrokkenen zoeken naar
creatieve oplossingen voor deze problemen. Graag
vernemen wij hierover uw antwoord.
Tenslotte wil ik nog een enkel woord spreken
over de plaats van het particulier initiatief in
het welzijnswerk. De wethouder heeft zowel in eer
ste als in tweede instantie uitvoerig aandacht ge
schonken aan onze vragen. In eerste termijn kregen
wij een antwoord dat de indruk wekte dat sprake
was van een gezamenlijke college-opvatting, maar
in tweede termijn bleek het echter een voorlopig
standpunt te zijn. Sterker nog, de wethouder zei
letterlijk: "De college-afspraak is dat de formu
lering uit de discussienota Democratische planning