16 DECEMBER 1980 2440 maar ter wille van de tijd en omdat ik het dikke pak daarover niet heb doorlezen zal ik dat niet doen. Wel kan ik u toezeggen dat wij als C.D.A. een positieve bijdrage zullen leveren bij de ont wikkelingen en dat wij de strijd niet uit de weg zullen gaan. Ik hoop dat de wethouder het niet erg vindt dat ik niet ben ingegaan op de concrete begrotings cijfers. Mevrouw Den Ouden heeft er wél enkele meegenomen. Ik heb begrepen dat bij het besturen van een levende gemeente bijsturing mogelijk is in geval van nood. De heer HENDRIKSEN: Ergens in het groene boekje dat wij van het college hebben gekregen staat de zin; "Welzijn voor alle burgers is onze zorg". Je kunt dat op een bepaalde manier uitspre ken, zoals enkele leden van onze fractie hebben gedaan. Zeker als je het vervolg leest dat onder het kopje "welzijn" staat kom je tot de conclusie dat het welzijn in Breda inderdaad een zorg is voor het college. Nog even afgezien van de compe titiestri jd die het met werken en vronen moet voe ren, menen wij als Partij van de Arbeid, als wij de afgelopen twee jaar overzien, in het algemeen te kunnen stellen dat er op welzijnsterrein het een en ander in ontwikkeling is gekomen, niet in de laatste plaats op het terrein van de welzijns planning. Ik wil daar dadelijk op terugkomen als ik spreek over het particulier initiatief en de motie van het C.D.A, In de eerste plaats wil ik spreken over dat gene waarmee de heer Van Dongen zijn betoog in feite afsloot, namelijk de hele problematiek van de woningtoewijzing. Wij hebben in het kader van het programakkoord afgesproken dat wij zullen stre ven naar één bureau, waarbij wij hebben gesteld dat dat bij uitstek in het belang van de woning zoekenden is, van wie er in Breda nogal wat zijn. Wij willen het college daarom cok verzoeken nu eens aan de hele raad voor te leggen hoe op dit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2440