2441
16 DECEMBER 1980
moment de stand van zaken is. Dat is met name van
belang om te kunnen weten hoe de ontwikkelingen
naar de toekomst toe moeten verlopen. De heer Van
Dongen heeft terecht opgemerkt dat er bij deze
kwestie niet te hoog moet worden opgespeeld, wat
ik uitleg in die zin dat moet worden voorkomen dat
de verschillende groepen die rond de tafel zitten
uit elkaar gaan. In de richting van de woningbouw
verenigingen zullen wij echter als overheid wél
staande moeten houden dat vanuit de overheid open
bare controleerbaarheid mogelijk moet blijven,
welke vorm van samenwerking er ook komt.
De heer VAN DONGEN: Wie zegt dat een stich
tingsvorm dat in de weg staat?
De heer HENDRIKSEN: Daar is in principe over
te praten. Er zijn op het ogenblik inderdaad wel
stichtingsacten aan te wijzen die politieke en
burgerlijke controleerbaarheid mogelijk maken. Ik
wil de stichtingsvorm dan ook niet bij voorbaat
uitsluiten. In elk geval moeten wij als overheid
het aspect van de openbare controleerbaarheid
overeind houden; wij zullen die uitdrukkelijk bij
de woningbouwverenigingen moeten bepleiten.
Het tweede onderwerp waarop ik wil ingaan be
treft het opbouwwerk. Het heeft ons misschien niet
zozeer verrast, maar toch wel overvallen dat van
de kant van D'66 een bouwtechnisch opbouwwerker is
opgevoerd. Dit heeft twee redenen.
Mevrouw SAELMAN-BOELENOvervallen? Ik heb
twee jaar lang naar niets anders gevraagd dan naar
een bouwtechnisch opbouwwerker en in de commissie
ben ik daar zeker wel honderd keer over begonnen.
Ik begrijp dan ook niet hoe de heer Hendriksen van
"overvallen" kan spreken.
De heer HENDRIKSEN: De volgende zin die ik
wilde uitspreken luidt dat ik erg blij ben met het
initiatief van D'66, omdat wij in de commissie ook