2443 16 DECEMBER 1980 De heer KOERTSHUIS: Ik weet niets over een amendement. De heer HENDRIKSENSorry, het is een motie betreffende het bijzonder onderzoek. Wij zijn erg verrast door die motie van de kant van de V.V.D. waarin de V.V.D. naar voren brengt dat het bijzon der onderzoek in Breda zou moeten worden opgela den met een politionele taak, met een opsporings bevoegdheid. Van de kant van de Partij van de Ar beid is die gedachte steeds afgewezen. Wij hebben altijd gezegd dat het bijzonder onderzoek zoals dat bij de G.S.D. plaatsvindt niet moet zijn ge koppeld aan politionele mogelijkheden. Tot onze verbazing komt er nu van de kant van de V.V.D. toch een voorstel in die richting, terwijl in de vergadering van 26 juni ik heb het verslag van die vergadering voor mij liggen de heer Koerts- huis in de richting van de heer Garritsen opmerkte dat er een bijzonder onderzoeksambtenaar moet zijn bij de politie; die uitspraak komt tweemaal in die notulen voor. Over een koppeling van de bijzonder onderzoeksfunctie aan de politie willen wij de discussie niet uit de weg gaan, maar koppeling daarvan aan de G.S.D.uitgaande van de gemeente Breda, vinden wij vooralsnog heilloos. De heer KOERTSHUIS; Ik wil graag even inter rumperen, want ik denk dat de heer Hendriksen het niet begrijpt of niet wil begrijpen; ik heb hem ons standpunt al eens uitgelegd. In de commissie sociale zaken hebben wij de notitie van januari 1980 over deze kwestie besproken. In die notitie wordt heel duidelijk een onderscheid gemaakt tus sen twee zaken. In de eerste plaats wordt daarin de vraag aan de orde gesteld of het bijzonder on derzoek aan de sociale dienst of aan de politie moet worden gekoppeld en in de tweede plaats dat betreft een heel andere zaak wordt in de notitie de vraag naar voren gebracht of daarbij wel of geen sprake moet zijn van een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2443