16 DECEMBER 1980
2446
ondertekend.
De heer HENDRIKSENDat was uit de krabbel
tjes niet op te maken. Misschien zal hierover nog
een discussie kunnen plaatsvinden. Zoals u zult
hebben begrepen is de Partij van de Arbeid niet al
te gelukkig met de indiening van de motie van het
C.D.A. Van onze kant willen wij niet achterblijven
en ook een motie indienendit onaangekondigd maar
daartoe hebben we uiteindelijk het recht. Met die
motie beogen wij het particulier initiatief van
een andere kant, van de kant van de overheidsbe
langen, te benaderen. Wellicht kunnen we over die
twee moties nog in gesprek komen tijdens de verde
re begrotingsbehandeling; misschien kunnen zij nog
met elkaar in competitie komen.
De door de heer Hendriksen c.s. ingediende
motie heeft de volgende inhoud:
"De raad van de gemeente Breda, in vergadering
bijeen op 16 december 1980 in het kader van
de begrotingsbehandeling,
overwegende dat
1De samenwerking in het college en de raad
door de deelnemende partijen uitgewerkt
is op hoofdpunten in het z.g. programak
koord.
2. In het programakkoord nadrukkelijk wordt
aangegeven dat de ontwikkelingen op wel-
zijnsgebied in samenspraak met alle be
trokkenen (gemeentelijke overheid, parti
culier initiatief, burgerij) met inacht
neming van hun eigen verantwoordelijkhe
den tot stand komen.
3. Dat met name de democratische welzijns
planning bij uitstek het instrument wordt
om deze ontwikkelingen te structureren.
Spreekt als zijn mening uit:
4. De door het college uitgewerkte "Vaststel
ling van de stand van zaken" (z.g. gele
boekje) en de "Formulering van hetgeen