2453 16 DECEMBER 1980 en een opsporingsbevoegdheid. Dit is de achtste motie. Mevrouw SAELMAN-BOELEN: Het C.D.A. heeft bij monde van mevrouw Den Ouden een pleidooi gehouden voor het particulier initiatief, welk pleidooi wij als D'66 geheel en al ondersteunen. Ook in het verleden hebben wij herhaaldelijk laten merken dat wij de overheid zien als een voorwaarden scheppend instituut, dat overigens geen bemoeienis moet heb ben met al dit soort zaken. De motie die door het C.D.A. is ingediend zal door ons worden onder steund. Verder willen wij geen woorden aan dit on derwerp wijden, want dat zou ons alleen maar tijd kosten. Datgene wat door het C.D.A. is gezegd over de formatieplaatsen van het I.M.W, is ons eveneens uit het hart gegrepen. U kunt die woorden derhalve als mede van ons beschouwen. Voor wat betreft hetgeen nog overeind is ge bleven van het A.T.D. zullen wij ook graag zien dat dat in Heuvel geconcentreerd blijft. Men heeft daar zelf om verzocht en wij willen ons daarvoor ook sterk maken. Aangezien wij de woorden van het C.D.A. daar over kunnen onderschrijven, kunnen wij die onder werpen verder laten rusten. Wij zijn enigszins in moeilijkheden geraakt in verband met de subsidienota. In de commissie financiën werd de portefeuillehouder van sociale zaken als de daarvoor verantwoordelijke porte feuillehouder genoemd, maar in de commissie A.Z. werd desgevraagd gezegd dat deze toch onder finan ciën valt. Onze fractie vindt het toch wel gênant dat we zelfs ten aanzien van een dermate belang rijk document, waarmee wij moeten werken en waar mee rechtsgelijkheid moet worden betracht, niet weten wie daarvoor verantwoordelijk is. In het gele boekje staat dat er een adviesgroep subsidie nota is ingesteld; dat gele boekje dateert van 6 september 1980. Het is wel triest dat er nu

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2453