2457 16 DECEMBER 1980 vijf jaar niet haalbaar zal zijn. Verder wil ik van de wethouder nog wat meer horen over de inspraak met betrekking tot de defi nitieve locaties in Breda. In het verleden is steeds gezegd dat het woonwagenschap verantwoorde lijkheid draagt ten opzichte van de woonwagenbewo ners en dat de gemeente verantwoordelijkheid draagt ten opzichte van haar eigen burgers. Ik heb toen gevraagd of er geen structuur zou kunnen wor den gevonden, waarin zowel het woonwagenschap als het gemeentebestuur participeert. Graag zal ik van de wethouder horen hoe naar haar mening de in spraak zal moeten verlopen. Overigens weet ik heel goed dat, hóe goed de inspraak met betrekking tot de situering van woonwagenstandplaatsen ook wordt geregeld, altijd en vanuit iedere buurt kritiek zal worden uitgeoefend. We zullen echter toch eens de knoop moeten doorhakken. Op de sociaal rechercheur is door de heer Hendriksen al uitvoerig ingegaan. Ik vind het uiterst merkwaardig dat de V.V.D. met betrekking tot dat punt nu toch met een motie is gekomen, want van die zijde is niet alleen gezegd dat de betreffende taak bij de politie moet worden onder gebracht, maar is deze kwestie met name ook inhou delijk beoordeeld. De V.V.D, heeft in de commissie duidelijk gesteld dat deze taak in feite niet kan worden verenigd met de maatschappelijk werk-func- tie van de sociale dienst. Ik moet nu concluderen dat men die taak zelfs nog wil uitbreiden, wat nóg meer in strijd is met de beroepsethiek van een maatschappelijk werker bij de sociale dienst. Ik vind die motie dus bepaald merkwaardig. Het zal dan ook heel duidelijk zijn dat ik de motie over de sociaal rechercher die door de V.V.D. is ingediend zeker niet zal steunen. Ik wil nu niet alle moties en amendementen bespreken, want dat kan ik ook aan het slot van de begrotingsbehandeling in de vorm van stemver klaringen doen. Wel wil ik nu al zeggen dat ik de motie inzake de Driesprong zal ondersteunen,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2457