2465
16 DECEMBER 1980
Wethouder PAULUSSEN: Daaraan kan inderdaad
worden gedacht. Wij willen tot concrete werkaf
spraken komen ten aanzien van de wijken die ik
heb genoemd, waarvoor wij het J.J.C. en het I.M.W.
al hebben uitgenodigd. Verder bekijken wij met
het I.M.W. en het J.J.C. of de beschikbare mens
kracht en middelen zodanig worden ingezet dat er
geen versnippering optreedt; daarbij gaat het om
de zogenaamde algemene voorziening. Dit zijn de
twee sporen die naast elkaar lopen en het êên kan
niet op het ander wachten.
Mevrouw Den Ouden heeft verder nog uitvoerig
stilgestaan bij de huisvesting voor de bejaarden.
Ik kan haar zeggen dat het college in verband met
de 7%-regeling C.R.M. een heel pittige brief
heeft gestuurd, aan de hand van de cijfers die,
op dat moment nog in concept, bekend waren uit de
nota Consequenties lange wachtlijsten. De provin
cie heeft een bepaalde taak ten aanzien van de
kostenbewaking. Namens het college heb ik met de
gedeputeerde mogen spreken. Ik moet u naar aanlei
ding daarvan zeggen dat ik niet veel hoop heb ge
kregen op een positieve reactie in de vorm van het
toekennen van extra verzorgingscapaciteit van de
zijde van C.R.M. In het kader van de ambtelijke
voorbereiding heb ik gezegd dat ik op korte ter
mijn initiatieven zal nemen ik moet daarover
nog in het college spreken om met alle betrok-
kenen, het intra- en het extra-murale bejaarden-
werk in Breda, rond de tafel te gaan zitten om te
bekijken in hoeverre we op dit moment iets kunnen
doen aan de problematiek die door mevrouw Den Ou-,
den heel juist is geschilderd. Wij zullen dan be
zien hoe de voorzieningen zijn verspreid en waar
de knelpunten liggen. Graag zal ik het volgend
jaar met een voorstel daaromtrent komen.
Wat moeilijker zit ik met de motie inzake
het particulier initiatief in het welzijnswerk
ten opzichte van de rol van de overheid. Ik heb
al gezegd dat ik de raad deelgenoot zou maken van
de stand van zaken van de discussie over dit