16 DECEMBER 1980 2466 onderwerp binnen het college. Zoals ik al heb mee gedeeld zijn wij hierover nog niet uitgedacht. Ik nodig de raad dan ook uit hierover mee te denken en het gesprek heel creatief met ons voort te zet ten. Met de heer Hendriksen en anderen ben ik het eens dat het gesprek over overheid tegenover par ticulier initiatief en over democratische welzijns planning thans is losgebarsten. Ik ben daarmee ook erg blij als wethouder van coördinatie specifiek welzijn. Ik meen dat dit het college zal stimule ren om heel snel met die welzijnsplanning verder te gaan, Wij hebben ons denken hierover dus nog niet afgerond, zodat ik u verzoek met ons mee te denken. Vanuit de raad is evenwel gevraagd wat het college op dit moment eigenlijk doet. Mevrouw SAELMAN-BOELEN: Mijns inziens zou de wethouder er blij mee moeten zijn dat er nu een inbreng vanuit de raad wordt geleverd die er wel licht toe kan leiden dat de discussie over dit on derwerp kan worden afgerond. Wethouder PAULUSSENEnkele dagen geleden heb ik gezegd dat de raad zichzelf en het college ruimte zou moeten geyen om aan de hand van de con crete invulling van het welzijnsplan uiteindelijk de echte discussie te voeren, want pas dan is dat echt mogelijk. Wij zijn nu nog op weg daar naartoe. De heer RAMMERAAT; Maar we zijn al zo onuit sprekelijk lang bezig. Wethouder PAULUSSEN: Ik meen dat wij met de welzijnsplanning een continu proces hebben inge zet, waarbij ik hoop dat het niet zal leiden tot de verstikking waarvoor de heer Van Dongen bang is. In dat kader zijn mijns inziens de wijze waar op wij dat proces op gang brengen, de ruimte die wij elkaar geven en de openingen die wij zoeken erg belangrijk. Wij moeten er bij de opzet van uitgaan ik kom nu in de richting van het betoog

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2466