2471 16 DECEMBER 1980 waarin de openbare en publieke controle op de wo ningtoewijzing is geregeld, waarbij een verfijnd toewijzingssysteem kan worden gehanteerd vanuit een geautomatiseerd woningzoekendenbestand en waar bij de burger beroepsmogelijkheden krijgt. Als de garanties daarvoor zijn gegeven, zal ik het col lege en de raad een voorstel voorleggen betreffen de de beheersvorm waarin een en ander het best kan worden gegarandeerd. De heer VAN DONGEN: Hangende de beroepsmoge lijkheden blijft het huis toch niet leeg staan, naar ik mag hopen.' Wethouder PAULUSSEN: Dat zijn zaken die wij nog moeten regelen; wij zullen die nog verder uitwerken. Ik ben er ook blij om in de richting van de heer Hendriksen te kunnen zeggen dat er met de woningbouwverenigingen duidelijke afspraken zijn gemaakt over een inhaalprogramma voor buitenlan ders. Ik vind het bijzonder belangrijk dat wij deze kwestie in de onderlinge afsprakensfeer heb ben kunnen regelen. De heer Garritsen kan ik zeggen dat er voor wat betreft de inschrijving van 18-jarigen bij het C.R.B. geen beperkingen gelden, zodat zij bij zo wel het gemeentelijk woningbedrijf als de woning bouwverenigingen kunnen worden ingeschreven. Over het opbouwwerk is een amendement inge diend door mevrouw Saelman. In het college hebben wij afgesproken dat voorstellen waarbij iets wordt geschrapt zullen worden behandeld door degene in wiens portefeuille men wil schrappen. In dit ge val zal dat collega Van Dun zijn. De heer Hendriksen heeft terecht geconsta teerd dat in het beleidsplan van het B.W.O.B. het bouwtechnisch opbouwwerk niet meer prioriteit nr. één heeft. In eerste instantie heb ik uitvoerig gezegd hoe het college daarover denkt. Hierover wordt binnen het college verschillend gedacht,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2471