2479 16 DECEMBER 1980 gemakkelijk zal zijn een behoorlijk inkomstenni veau te handhaven, maar wij menen ook dat in de komende jaren niet alleen maar over bezuinigingen moet worden gepraat, want daarvoor zijn de noden van bepaalde Bredase bevolkingsgroepen te groot. Een actief en creatief beleid op financieel gebied is méér dan in de afgelopen twintig jaar het geval was noodzakelijk. De heer DE BROUWER: U mag van ons nu geen verhaal verwachten over de mogelijk financieel zorgwekkende situatie van deze gemeente of over het feit dat mogelijk de rek uit de begroting is. Voor ons is en blijft een voortdurende bron van zorg de wijze waarop het gemeentebestuur met de gemeenschapsgelden omspringt. Ik wil nog een twee tal praktische zaken naar voren brengen. Wij hopen dat de wethouder niet zal versagen in zijn streven om de begroting als geheel en de deelbegrotingen overzichtelijker te maken dan zij nu zijn. Voortdurend worden wij geconfronteerd met allerlei handigheidjes en versluieringen in de deelbegrotingen, hetgeen onzes inziens eigenlijk moet worden voorkomen. Meer dan eens hebben wij in de raad gesproken over voorstellen inzake automatisering en steeds is ons daarbij een beleidsplan toegezegd en ook een beleidsplan van het C.B.T.; de heer Peeters duidde daar al op. Wij willen de wethouder verzoer ken geen voorstellen meer te doen betreffende de automatisering alvorens de raad zich ten principa le heeft uitgesproken over de weg die hij wil gaan in de richting van automatisering. Wethouder VAN BANNING: Collega Paulussen in spireert mij ertoe om te zeggen: nu begint het bejaardenwerk met zijn knelpunten! De heer Peeters heeft een ernstig woord laten horen met betrekking tot de onroerend-goedbelas- ting. Hij heeft meegedeeld dat het C.D.A. ernstig is gekant tegen een schoksgewijze verhoging van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2479