16 DECEMBER 1980 2482 groeigemeenteIk kan zeggen dat de Vereniging van Nederlandse Gemeenten op dit punt voortdurend voor de belangen van de gemeenten op de bres staat. De heer PEETERS: Ik wil er toch wel op wijzen dat sinds wij in de commissie financiën spraken over de verlaging van het groei accres van 2,85% naar 1,5% dit groei-accres nu reeds minder dan 1% is geworden. Bovendien mag bekend worden veronder steld dat de adviezen van de Raad voor de Gemeente- financiën en van de V.N.G. aan het parlement niet van een zodanig gehalte waren -- op dat punt voel ik met de heer Van de Steenoven mee dat daar door voldoende druk werd uitgeoefend; die gaven niet aan dat de gemeenten onevenredig moeten be zuinigen. Wethouder VAN BANNING; Dat kan wel zo zijn naar de opvatting van de heer Peeters, maar ik weet wel dat de V.N.G. in voortdurend contact is met de rijksoverheid en voortdurend de aandacht vraagt voor de problemen van de gemeenten. Mijns inziens betekent dat een goede waarborg voor de belangen van de gemeenten. Verder heeft de heer Van de Steenoven gevraagd of de stadsverwarming een oplossing zal kunnen bieden voor de problemen. Als de prognoses worden bewaarheid kunnen wij inderdaad de toekomst met het nodige optimisme tegemoet zien. Ik meen even wel dat een prudent beleid met zich brengt dat wij daarop niet al te zeer moeten speculeren. Wij zul len het verloop moeten afwachten. Overigens heb ik geen twijfels omtrent de gegevens die door collega Brooimans zijn verschaft, maar het lijkt mij een gevaarlijk proces om op voorhand al daarop te re kenen. De heer Van de Steenoven heeft vervolgens ge zegd dat wij de eigen fondsen kritisch moeten blijven bekijken. Dit is al bij herhaling betoogd, ook bij de algemene beschouwingen en in commisso riaal verband. Mijns inziens past het in een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2482