17 DECEMBER 1980 2487 gooien is, als men met vernielingen bezig is, dan is het in de meeste gevallen zo dat de politie aan de late kant is. Ik bedoel hiermee niet, dat de politie laat op de alarmering reageert, maar dat bij het optreden van de politie het bewuste feit al heeft plaatsgevonden. U geeft dat in uw antwoord zelf ook toe. Wat de politie in zo'n geval kan doen lijkt een beetje op het blussen van brandjes. Zij kan al leen maar constateren dat er iets is gebeurd, maar zij heeft daar verder niets aan kunnen doen. De po litie zou een preventieve functie moeten vervullen, want voorkomen is beter dan genezen. Dit brengt mij op het hoofdstuk "wijkagent". Ik heb de moeite genomen eens na te gaan hoeveel wijkagenten we in Breda hebben en hoe zij functio neren. Nu wil ik niet zeggen dat de wijkagenten in het geheel niet goed functioneren, maar mij valt toch wel op dat zij erg veel tijd moeten besteden aan activiteiten op het bureau en aan spreekuren die zij thuis of in de wijk houden. Ik heb eerlijk gezegd geen indicatie van het bezoek aan die spreek uren, maar ik heb daar toch wel mijn twijfels over. Tegen deze achtergrond vraag ik mij af of de wijk agenten in de wijk wel genoeg daadwerkelijk aan preventie doen. Ik zie ze daar niet veel. In uw antwoord bij de commissiebehandeling hebt u erop gewezen dat er tien man extra ter be schikking staan die veelvuldig kunnen worden inge zet. Ik heb daar met één van de politiemensen over gesproken: deze mensen kunnen u hebt daar zelf voorbeelden van gegeven - van tijd tot tijd eens een hele wijk doorgaan. Dat is natuurlijk wel leuk, maar het is incidenteel. Zoiets doe je geen dagen achter elkaar. Ik zet vraagtekens bij de effectivi teit van een dusdanig optreden. De politie bestaat uit mensen die moeten zorgen voor de rust en de veiligheid in de stad. De burger die zich in de stad beweegt, moet zich veilig kunnen voelen. Hij moet de politieman op de achtergrond hebben, als een soort zichtbare beschermengel die hem met raad

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2487