249
7 FEBRUARI 1980
tot voor ons onacceptabele situaties in de betref
fende commissies geleid. We willen dit gegeven nog
eens aanzien, doch wij zijn zeker van plan, wan
neer in de toekomst nog eens misbruik wordt ge
maakt van de toevallige stemverhouding, over te
gaan tot voorstellen met betrekking tot het rela
teren van de zwaarte van de stem aan het aantal
fractieleden dat men vertegenwoordigt.
In deze begroting staat 50.000,voor een
ontwikkelingsproject op de rol, terwijl het Manda-
ka-project niet geslaagd is. Wij en heel Breda
moeten ons diep schamen voor deze afloop. We heb
ben allen de mond vol van daadwerkelijk aanpakken,
we hebben in het programakkoord staan dat hulp
moet worden verstrekt in afgeronde projecten in de
ontwikkelingslanden. Ons initiatief om er als raad
een zaterdag op uit te gaan haalde het niet op
grond van mijns inziens onvoldoende zwaarwegende
motieven. Geld geven uit een gemeenschappelijke
pot doet niemand pijn en is de gemakkelijkste weg,
maar het draagt niets bij aan een stuk mentali
teitsverandering.
Dagelijks galmt ons in de oren het lied dat
hoog op de hitparade staat genoteerd, het lied van
het heerlijke Brabantse land. Als je de tekst
hoort en bij andere gelegenheden met een brok in
de keel het Bredase volkslied "Te midden van de
paarse heiden" zingt, dan verlangt eenieder naar
het land waar het leven nog echt wordt geleefd,
dat eerlijke, heerlijke, machtige, prachtige, gast
vrije Brabantse land. Een verlangen met een brok
nostalgie naar een droomwereld zoals het leek dat
het was, maar in ieder geval naar een leefklimaat
waarin men zich graag herkent en zich kan thuis-
voelen. Is. het dan niet treurig als we zien wat
wij met elkaar maken van ons fier Breda en ons
Brabantse land? Het lijkt wel of zich een mentali
teit ontwikkelt van: ikke, ikke en de rest kan
stikken. De voorbeelden zijn legio:
- brandstichtingen,
- vernielingen van perken en groenstroken,