17 DECEMBER 1980 2501 landse zaken zijn, maar over dit onderwerp wens ik in Breda niet te pratenI Ik denk er niet over! De VOORZITTER: Ik denk dat het niet verstan dig is op deze manier door te gaan. De heer Garrit- sen heeft zijn tijd gebruikt. Als hij een laatste zin wil bezigen, is daarmee zijn inbreng beëindigd. De heer GARRITSENWe hebben in Breda te ma ken met gemeentepolitie en voordat die in andere steden wordt ingezet, moeten naar mijn mening in ieder geval de raadscommissies openbare orde en algemene zaken worden geraadpleegd. Vandaar dat ik bij dezen mijn motie wil indienen. De VOORZITTER: Is de motie ondersteund? De heer GARRITSEN: Zij is voldoende onder steund. De motie, ingediend door de heer Garritsen luidt als volgt: "De raad van Breda, in vergadering bijeen op 18-12-1980, stelt vast dat: - de burgemeester en het college de raad en de bevolking dienen te informeren over het politiebeleid; - in het verleden leden van het Bredase poli tiekorps ingezet zijn bij acties buiten de gemeentegrenzen; - de gemeenteraad en de betreffende commissies op geen enkele wijze geïnformeerd werden over deze activiteiten van het Bredase po litiekorps; besluit: de burgemeester op te dragen de raad of de commissies openbare orde, algemene zaken te raadplegen alvorens enige medewerking te ver lenen aan het inzetten van leden van de ge meentepolitie Breda buiten de gemeentegren zen." (motie nr. 11.)

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2501