2502
17 DECEMBER 1980
Voldoende ondersteund zijnde maakt deze motie
mede onderwerp van beraadslaging uit.
De VOORZITTER: Dames en heren. Ik wil graag
overgaan tot de beantwoording, onder mededeling
van er twee leden van het college aan het woord
zullen komen, omdat aangelegenheden op het gebied
van de inspraak en van het stadsgewest in de por
tefeuille van de heer Welschen thuishoren.
Allereerst iets over de politie. Ik ben al
tijd blij dat er belangstelling voor de politie
is, al komt die belangstelling op gezette tijden
wat buiten proporties en ook buiten de grenzen
van deze stad. U zult het echter met mij eens zijn
dat juist de Bredase politie en daarom waardeer
ik de belangstelling in positieve zin in deze
stad enorm veel goed werk verzet. Ik ga dan ook
graag in op de opmerkingen van de heer Van Duijl
en anderen over de "kleine criminaliteit". De heer
Van Duijl heeft terecht gezegd dat hierover in de
commissie algemene zaken positief is gesproken.
Bij die gelegenheid is met even veel woorden door
mij toegezegd dat de bestrijding van de "kleine
criminaliteit" hoge urgentie heeft. Ik wil dat van
avond nog eens uitdrukkelijk bevestigen, al moet
ik eraan toevoegen dat over de concretisering daar
van over het "hoe" niet veel anders kan wor
den gezegd dan in de commissie algemene zaken al
is medegedeeld. Dat wil dus zeggen: extra aandacht
voor de wijkagent. De heer Van Duijl heeft ook in
zijn betoog speciale aandacht aan de wijkagent be
steed en ik wil graag nadrukkelijk zeggen dat de
wijkagent de gelegenheid moet krijgen écht in de
wijk te werken. Hij moet daartoe worden ontlast
van activiteiten die met zijn eigenlijke taak niet
alles van doen hebben. Ik geloof dat daarop de na
druk moet vallen, maar ik moet erop wijzen dat
is bij diverse gelegenheden al gezegd dat de
wijkagent niet meer op dezelfde wijze kan functio
neren als dat in het verleden gebeurde. Ter plaat
se wonen en altijd aanwezig zijn is niet meer mo-