2518 17 DECEMBER 1980 der is daarop ingegaan, maar dat is voor mij geen punt: het is in ieder geval zo dat wij op dit ogen blik duidelijk wèl een motie indienen. Voor alle duidelijkheid teken ik daarbij aan dat onze frac tie niet bij alle punten een vraagteken plaatst. Daarom willen wij juist in de commissie economische zaken over deze punten wat uitvoeriger discussië ren. In die discussie zouden wij met name meer dui delijkheid willen zien te krijgen over de invulling van de functies die het college voorstelt en over de daaraan verbonden werkzaamheden. De wethouder moet onze motie niet zien als een middel waarmee wij alles op zijn kop willen zetten, maar als een aanzet tot een discussie over een zo goed mogelijke besteding van de BrIM.-gelden. De motie-Van Duijl luidt als volgt: "De raad van de gemeente Breda, in vergadering bijeen op 18 december 1980, constateert dat de N.V. Br.I.M. een bedrag van 450.000,per jaar beschikbaar stelt ten behoeve van een werkgelegenheidsfondszich afvragend of de door het college voorgestelde besteding van dit fonds op concrete wijze een oplossing biedt voor het werkloosheidsvraag stuk, besluit: de in de begroting opgenomen post ad 450.000,— in zijn voorgestelde bestemming te blokkeren totdat in overleg met de commissie economische zaken alternatieve aanwendingsmogelijkheden zijn onderzocht en gaat over tot de orde van de dag." (motie nr. 12) Voldoende ondersteund zijnde maakt deze motie mede onderwerp van beraadslaging uit. De heer DREEF: De fractievoorzitters hebben tijdens de algemene beschouwingen uitvoerig stil-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2518