17 DECEMBER 1980 2529 Wethouder SANDBERG: Ik wil enige korte reac ties geven, voordat ik op de moties inga. De heer Van Duijl heeft gesproken over praatcolleges die veel geld kosten. Er zijn inderdaad praatcolleges; bij de beantwoording van de vraag of die veel geld kosten, hebben we te maken met een relatief begrip. In ieder geval heeft de gemeente Breda niet al te veel praatcolleges en zeker geen praatcolleges die in die zin veel geld kosten. Als er praatcolleges zijn waarop die kwalificatie van toepassing is, dan zijn zij zelden ontsproten aan het initiatief van de gemeente Breda. Iets anders is de vraag, of je, als die praatcolleges bestaan, niet toch moet participeren, om tenminste te weten wat daar aan de hand is. Voorts heeft de heer Van Duijl gevraagd welke planning ik heb voor de gesprekken met Oosterhout. Ik meen bij de algemene beschouwingen al te heb ben gezegd dat een deputatie van het college van Breda het plan aan het college van Oosterhout heeft overhandigd en daarbij een toelichting heeft gege ven. Wij hebben Oosterhout verzocht daarop te rea geren opdat de gesprekken kunnen worden voortge zet. Die reactie is aangehouden totdat het ont- werp-streekplan met regels op het gebied van de ruimtelijke ordening zou verschijnen. Nu men van de inhoud van dat plan op de hoogte is, mag ik verwachten dat de reactie op komst is en dat de ge sprekken voortgang zullen vinden. Een volgend punt van het betoog van de heer Van Duijl was de vraag, wat wij aan de kantoren situatie gaan doen. Indien de raad bepaalde be stemmingsplannen goedkeurt, komen er binnenkort vestigingsmogelijkheden voor kantoren aan de orde. Ik zie in dat verband de kantorensituatie op wat langere termijn niet als zo bedroevend als zij op dit ogenblik is. Ook heeft de heer Van Duijl nog gevraagd of kleine bedrijven de kans krijgen zich tegen aan vaardbare prijzen in Breda te vestigen. We moeten natuurlijk ook weer niet al te somber zijn, met

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2529