17 DECEMBER 1980
2531
gaande institutionalisering hebben gedoeld.In mijn
reactie op de algemene beschouwingen ben ik daarop
ingegaan. Het BODEM-overleg is een informeel samen
zijn van enkele industrieterreinbeheerders, die
eigenlijk niet veel méér kunnen doen dan gezamen
lijk wat acquisitie plegen en in sommige gevallen
de bedrijven naar elkaar verwijzen. Gaat men op
een andere taakopdracht over, dan zal er naar mijn
mening een democratisch bestuurd en democratisch
gecontroleerd orgaan moeten zijn. Die gedachte heb
ik al wel eens geopperd. Ik sluit niet uit dat
zulks in de toekomst tot de mogelijkheden zal gaan
behoren, maar dan zullen zeker de andere deelnemers
moeten meewerken. In Breda wordt heel duidelijk po
sitief over een dergelijke ontwikkeling gedacht.
De B.O.C., aldus de heer Dreef, lijdt blijkens
de krant aan gebrek aan inzet; zij functioneert
niet best. Ik kan niet anders dan dat beamen. Ik
ben zelf één van de initiatiefnemers geweest tot
een zeer fundamentele discussie over het voortbe
staan van het B.O.C. Als de B.O.C. namelijk blijft
voortbestaan zonder dat er daadwerkelijk meer in
houd aan wordt gegeven dan in het recente verle
den, is dat naar mijn mening nauwelijks te verde
digen: dan kunnen we de B.O.C. beter opheffen.
Binnenkort zal er aan de hand van een evaluatie
nota een gesprek in de B.O.C. zelf worden gevoerd,
nadat de participanten met hun achterban daarover
hebben gesproken. Ik zie die discussies toch wel
met vertrouwen tegemoet. Wanneer de mensen hierop
positief willen inspelen, kan naar mijn mening de
B.O.C. een bijzonder goede functie vervullen.
Ik komt toe aan de opmerkingen van de heer
Neeb. De werkgelegenheidsadviesraad is nog niet
compleet en ik heb er geen zicht op, wanneer dat
wèl het geval zal zijn. Overigens hebben mij sig
nalen bereikt waaruit zou kunnen blijken dat er
het een en ander aan het veranderen is; ik hoop
het van harte. De heer Neeb heeft betoogd dat de
W.A.R. zal moeten worden gestimuleerd tot het zelf
nemen van initiatieven. Hij kan daarvan een eerste