17 DECEMBER 1980 2533 is nog niet aangezwengeld omdat de tijd voor uit werking ontbrak. Ik sluit iets dergelijks voor de toekomst niet uit. Diverse gemeenten hebben daar over zinnige dingen op papier gezet, hoewel ik het nog niet in de praktijk gerealiseerd heb gezien. Dat wij daarover op termijn zeker gaan meedenken, is duidelijk. Ook randgemeenten moeten in een situatie van samenwerking eigen bevoegdheden inleveren. De ge meente Breda is tot een dergelijk inleveren bereid en het woord is dan ook aan de andere participan ten in het BODEM-overleg en in het overleg over het bedrijventerrein. Mevrouw Saelman betreurt het dat in de porte feuilleverdeling de distributieve planalogie en de winkelvestiging niet tot mijn portefeuille behoren. Ik wijs erop dat de portefeuilleverdeling nu een maal zo is gemaakt en ik denk dat we in de commis sie economische zaken niet zo maar even een andere regeling kunnen treffen. We hebben ons voorlopig te houden aan de situatie die door de definitieve portefeuilleverdeling in het college is ontstaan. Wellicht dat hierin bij een andere collegesamen stelling voor een andere periode wijziging komt. Sprekend over de uitgaven en de inkomsten van de kermis, heeft mevrouw Saelman zelfs het woord "bedonderd" gebruikt. Ik wijs haar er simpelweg op dat alle bedragen met betrekking tot de kermis telkenjare minstens twee keer aan de raad ter be oordeling worden voorgelegd: in het voorjaar in de nota budgettaire capaciteit en aan het eind van het jaar bij de begrotingsbehandeling. In de begrotings boeken staan de inkomsten en de uitgaven van de ker mis expliciet tot op de laatste gulden vermeld. Er is wat dat betreft dus geen kwestie van "bedonde ren", wellicht wël een kwestie van onzorgvuldige bestudering door mevrouw Saelman. Tot op de laatste cent wordt elk jaar aangegeven wat de gemeente via de kermisverpachting binnen krijgt. Mevrouw SAELMAN-BOELEN: In de commissie econo-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2533