17 DECEMBER 1980
2537
ik heb voorgesteld daarover een discussie in de
commissie economische zaken mogelijk te maken.
Wethouder SANDBERG: In alle eerlijkheid: wan
neer ik scherp zou zijn, zou ik moeten zeggen dat
de motie in deze vorm onaanvaardbaar is. Dat zou
scherp zijn, maar ik heb dat niet gezegd. Ik heb
de motie op haar letterlijke tekst te beoordelen
en niet op de overwegingen die eraan ten grondslag
liggen. Volgens de motie zou de raad moeten be
sluiten het bedrag van 450.000,"in zijn voor
gestelde bestemming te blokkeren". Daartegen heb
ik overwegende bezwaren en vandaar dat ik een ern
stig beroep op u doe de motie in deze vorm terug
te nemen.
Wat de motie-Dreef betreft: punt 5 van de
motie is eigenlijk een beetje overbodig de heer
Dreef weet dat is opgenomen in de criteria die
we in het voorjaar aan de hand van de werkgelegen-
heidsnota met elkaar hebben besproken. Aan de pun
ten 6 en 7 zal ik geen woorden vuil maken: deze
behoren expliciet tot de portefeuille van collega
Paulussen, die al heeft toegezegd zulks te zullen
doen. Naar aanleiding van punt 8 wijs ik erop dat
wij in de nota sociaal-economisch beleid een reeks
van mogelijkheden hebben aangegeven, die ook zullen
worden uitgevoerd. In het schoolverlatersproject
wordt op het hier bedoelde uitgangspunt ingespeeld
en zo kan ik nog vele andere voorbeelden noemen.
Tijdsgebrek ontneemt mij de mogelijkheid om zulks
te doen, maar dat zal niemand mij kwalijk nemen.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER: De vergadering wordt voor hoog
stens een kwartier onderbroken.
PAUZE
De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering.
Aan de orde is de deelbegroting ruimtelijke orde-