2540 17 DECEMBER 1980 We weten het: de vrije sector staat op instor ten, vooral als gevolg van een zeer hoge hypotheek rente die vandaag letterlijk vandaag over de hele linie de 11% heeft overschreden. De door de overheid gefinancierde bouwproduktie loopt niet zo best. In de jaren 1970-1980 is het nationaal inko- me n gegroeid met ruim 25%. De collectieve uitga ven zijn gegroeid met 55%, maar er is één grote uitzondering: voor de door de overheid gefinancier de bouwproduktie is slechts 21% méér eer beschik king gesteld. Nu was er tot 1975 een conjunctureel tegenwicht, namelijk de particuliere bouw, een te genwicht dat op het ogenblik echter ontbreekt. Het gevolg is dat de bouwnijverheid nu vooral is aan gewezen op de stimulansen van de zijde van de over heid. In die situatie, op gemeentelijk niveau, is het een zeer goede keus geweest de weg in te slaan van een eenmalige injectie van 8,4 miljoen plus 2,1 miljoen is 10,5 miljoen. Uit een oogpunt van bouwbeleid, van stadsvernieuwing, is dat een zeer goede zaak. Ik heb er behoefte aan dat hier nog eens zeer uitdrukkelijk te constateren. Ik zal voor het overige niet op alle reeds in de commissie aangedragen problemen in te gaan, maar mij wordt verzekerd dat ik de vraag dien te stellen of er nieuwe indicaties zijn ten aanzien van het streekplan West-Brabant. Mevrouw VAN ROOIJ-VAN DEN HEUVEL: Ondanks alle problemen die het bouwen op het ogenblik met zich brengt, staat er voor de komende vijf jaar in deze stad nogal wat op de rol: 3.000 woningen in de binnenstad, en dat vinden wij niet mis. Als wij de aangegeven woningdifferentiatie bekijken, kunnen wij vaststellen dat die tegemoet komt aan de behoeften in de sfeer van de woningwetbouw en de huisvesting voor één- en tweepersoonshuishou dens. Als wij vandaag de begroting voor 1981 be spreken, moeten wij ons beperken wanneer wij over bouwen en wonen willen praten. Nieuwbouw en stads vernieuwing leveren ons immers niet meer dan een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2540