17 DECEMBER 1980
2543
dat immers de gesprekspartner van de gemeente is,
zou wèl gewenst zijn.
Het model voor inspraak en participatie van
bewoners dat blijkt op ieder seminar over stads
vernieuwing is nog niet gevonden. Het blijft
ook daar steeds bij de constatering dat het hier
om een proces van vallen en opstaan gaat. Een slag
vaardige, broksgewijze aanpak, zoals bepleit in de
interimnota stadsvernieuwing en uitgewerkt in het
"groene boek" spreekt ons zeer aan omdat deze de
gelegenheid geeft tot daden over te gaan en soepel
in te spelen op de mogelijkheden die zich voordoen.
De heer VAN DEN BROEK: Voor mij rest nog een
stukje beplantingen, om verscheidene redenen al
thans voor mij een moeilijk te bespreken onder
werp. De eerste moeilijkheid rijst al als het gaat
om de vraag waar de dienst beplantingen moet worden
ondergebracht. Het liefst namelijk zouden wij deze
onderbrengen bij wethouder Brooimans, in de milieu
portefeuille. Jammer genoeg echter omvat die porte
feuille alleen preventie, maatregelen ter voorkoming,
bescherming en wat dies meer zijHet milieubeleid
in uitvoerende zin is ondergebracht bij de dienst
openbare werken. Wie immers zijn er door stadsver
nieuwing, nieuwbouw, renovatie, bestratingen en
dergelijke meer bezig met het leef- en het woon-
milieu dan de mensen van deze dienst? Evenzo de
dienst beplantingen die met zijn welvaartsgroen
welzijnsgroen en ook in negatieve zin het "schaam-
groen" alle facetten van woon-, leef- en werkmilieu
aanraakt
In het kader van deze redenering betreuren
wij bepaalde passages in de toelichting op de be
groting van de dienst beplantingen. In de eerste
plaats lezen wij daarin dat om financiële redenen
moet worden overgegaan tot eenvoudige, grootscha
lige groenaanleg, wat relatief per m2 goedkoper
zou zijn, maar wat naar wij hopen niet tot het
uiterste zal worden doorgevoerd. In de tweede plaats
lezen wij dat het personeel moet worden onttrokken
aan het aanwezige onderhoudspersoneel om de 1,5%