17 DECEMBER 1980 2547 tot een goed einde te brengen. Ik wil ingaan op de onderdelen woningbedrijf en beplantingen. Allereerst iets over de onderhouds- en renova- tieproblematiek. Het afgelopen jaar is een begin gemaakt met de voorbereiding voor diverse onder houds- en/of verbeterplannen voor allerlei com plexen; in de komende maanden zullen de activitei ten worden voortgezet. Hoe een en ander zich ver houdt tot de nota over renovatie en groot onder houd van 1977 is nogal moeilijk te overzien. De wethouder heeft reeds toegezegd een bijstelling van deze nota te zullen leveren, maar ik zou nu nog graag van hem willen horen wanneer wij deze bijstelling ongeveer kunnen verwachten. Een klacht die ons in het verband van groot onderhoud en renovatie vaak bereikt, is dat het hele proces zo veel tijd in beslag neemt. Met name vanuit het heuvelkwartier is ons gevraagd of het niet beter zou zijn van minder complexen tegelijk op te pakken en de complexen waarmee is gestart, eerst maar eens zo goed en zo snel mogelijk af te werken. Over een meer projectmatig gerichte aanpak zouden wij, ook in het kader van de bijstelling van de nota, eens van gedachten moeten wisselen. Omtrent de gang van zaken op het gebied van onderhoud en renovatie zijn onze ervaringen in het afgelopen jaar zeer verschillend geweest. Mevrouw Van Rooij heeft er al op gewezen: ons hebben van uit enkele complexen betuigingen van tevredenheid bereikt, maar ook het tegendeel bleef ons niet be spaard. Er is echter een complex waar naar onze mening goed is gewerkt, namelijk het complex 71 aan de Havermansstraat. Dit is aangepakt zoals het onzes inziens vaker zou moeten gebeuren: de bewo ners hebben zelf hun architect kunnen kiezen, zij hebben er een aannemer bij gezocht en eendrachtig is vervolgens toe gewerkt naar het besluit dat is gevallen, namelijk dat het renovatieplan voor deze woningen moet worden verlaten. De bewoners hebben nu als eerste keus de vervangende nieuwbouw op hun lijstje staan en daarbij zouden zij graag als buurt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2547