2550 17 DECEMBER 1980 maar ook al bij de aanleg. Denkbaar is dat groep jes buurtbewoners een bepaalde taak op zich nemen ten aanzien van de groenvoorziening en het onder houd daarvan. Daarover moeten toch goede afspraken te maken zijn. Mogelijk zullen we eraan moeten wen nen dat het groen er wat minder verzorgd uitziet, maar dat hoeft op zich geen ramp te zijn, want daartegenover staat het plezier van mensen die lek ker buiten bezig zijn. Het lijkt mij goed dat wij hierover in de commissie openbare werken eens van gedachten kunnen wisselen. De motie-Muntjewerff-van den Hul luidt als volgt "De raad van de gemeente Breda, in vergade ring bijeen op 18-12-'80, in het kader van de begrotingsbehandeling, sector openbare werken, gehoord de discussies over het wo ningbedrijf A, overwegende 1. dat een goede relatie huurder-verhuurder (i.e. gemeente) voor beide partijen van groot belang is; 2. dat huurders mondige burgers zijn, die in staat moeten worden gesteld zo veel als mogelijk mee te praten over zaken die hun woning en de woonomgeving betreffen; verzoekt het college: 3. op korte termijn te komen met initiatie ven die het democratische beheer van de woningen van het woningbedrijf A tot doel hebben (te denken valt o.a. aan: het sti muleren van de oprichting van huurdersver enigingen en het in het leven roepen van een overkoepelende huurdersraad) en gaat over tot de orde van de dag", (motie nr. 15) Voldoende ondersteund zijnde maakt deze motie mede onderwerp van beraadslaging uit.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2550