2552
17 DECEMBER 1980
Deze vreugde werd getemperd toen wij tijdens
de commissievergaderingen over de begroting gecon
fronteerd werden met het feit dat de in augustus
toegezegde preadviezen die er volgens het zeg
gen van de voorzitter van de commissie in het na
jaar, vóór de begrotingsbehandeling, zouden lig
gen niet aanwezig waren. Het zou zelfs zo zijn
dat die preadviezen pas op zijn vroegst in het
voorjaar van 1981 mochten worden verwacht. Wij heb
ben toen gezegd dat wij dat een heel magere start
van het uit het slop halen van de stadsvernieuwing
vonden en dat wij daar helemaal niet blij mee wa
ren, omdat er naar onze mening en ook de ambte
lijke nota wees daarop met alle kracht forse
maatregelen zouden moeten worden getroffen om de
kar weer op gang te krijgen. Dat is niet gebeurd.
Allerlei knelpunten zijn er ondertussen niet
minder ernstig op geworden. Als eerste knelpunt
noem ik de problematiek van de organisatie van de
dienst van openbare werken en de afdeling stads
ontwikkeling. Wij hebben daarover in de commissie
nogal "gesteggeld" en er is een groot aantal ondui
delijkheden blijven liggen omtrent de vraag, hoe
een en ander nu precies in elkaar zit, de vraag,
welke wethouder dit punt regardeert en de vraag
hoe het college zich ertegenover opstelt. Eén ding
was in ieder geval zeker: de raad snapte er de
ballen van en wij hebben erop aangedrongen in ieder
geval tijdig en snel te worden geïnformeerd, op
dat we de hele problematiek werkelijk op haar waar
de kunnen schatten. Wij hebben gezegd: aan india
nenverhalen, ook van onze kant, hebben we niets,
we willen gewoon weten hoe de situatie is. Uit de
ambtelijke nota stadsvernieuwing is in ieder geval
te halen dat er alle aanleiding is voor een aantal
maatregelen op dit gebied. Dit is een ding dat ze
ker is.
Een tweede knelpunt is het fonds stadsver
nieuwing. Uit de hoek van de Partij van de Arbeid
was een "totaalbudget" voorgesteld en deze twee
dingen dekken elkaar wel min of meer. Wij hebben