2560
17 DECEMBER 1980
zoeken aan de wethouder opgeleverd, waarmee ver
moedelijk de dienst wat werk betreft een behoor
lijk aantal manjaren vooruit kan.
Gisteravond heb ik tijdens wat minder inte
ressante momenten in de raadsvergadering iets ge
lezen over een congres in Wageningen over spannin
gen tussen bestuurders en managers in de gemeente
en de functie van het raadslid. Eén van de inte
ressante opmerkingen die ik daarbij tegenkwam
houdt in dat het vandaag aan de dag voor de raads
leden erg gemakkelijk is wensen te uiten en te for
muleren hoe het zou moeten. Als ik in de commissie
ruimtelijke ordening zit, krijg ik geregeld het
zelfde gevoel. Het is o zo gemakkelijk een wens
aan te dragen. Je wekt daarmee onmiddellijk de in
druk dat het apparaat en met name de wethouder,
die daarop bestuurlijk wordt aangesproken, niet
hun best doen of ergens niet aan hebben gedacht.
Je voelt je als raadslid altijd wat schuldig als
je zo'n opmerking maakt. Tijdens de algemene be
schouwingen hebben wij ons dan ook beperkt tot
hoofdlijnen van de besluitvorming.
Met nadruk wil ik nog eens zeggen dat onze
fractie de indruk heeft dat er in deze sector on
gelooflijk veel gebeurt. We hebben een nota volks
huisvesting gekregen een enorm pakket we
hebben de problematiek van de Hoge Vucht in een
korte periode voorgeschoteld gekregen, we krijgen
straks 96 bestemmingsplannen voor de binnenstad,
We krijgen diverse invullingen van terreinen in
de binnenstad, de Haagse Beemden "klappen om" en
er worden allerlei deelbestemmingsplannen inge
vuld. Tijdens de algemene beschouwingen heb ik al
gezegd bijna de indruk te hebben dat op zeer korte
termijn de hele stad op de schop moet, in de zin
van: alles omkeren en alles in orde. Ik constateer
hierbij onmiddellijk dat dat eerste niet kan, ter
wijl we het naar de mening van mijn fractie wel
kunnen vergeten dat we binnenkort alles geregeld
zouden kunnen hebben.
Tegen deze achtergrond plaats ik het betoog