255 7 FEBRUARI 1980 raadsleden en commissies met "insprekers" tot in details, onvrede van bewoners van gemeentewoningen met het gepleegd en niet gepleegd onderhoud en dergelijke. Ondanks dat alles kunnen wij, gezien de gegeven mogelijkheden, tevreden zijn over uw aanpak, hoewel de woningbouw niet snel genoeg kan gaan. Bouwen bij het leven zal ook in 1980 hoog in ons vaandel staan. De nota volkshuisvesting die dit jaar zal wor den gepresenteerd zal in ieder geval onze koers met betrekking tot de woningbouwbehoefte en soort woningen verduidelijken. Belangrijker echter is het te bezien hoe het bouwproces kan worden ver sneld en op welke wijze u op de ontwikkelingen denkt in te spelen. Onverflauwde aandacht zult u moeten blijven besteden aan de één- en tweepersoonshuishoudens, temeer als Breda als onderwijsstad zal willen blij ven meetellen. Wij zijn het er erg mee eens dat een bedrag van 500.000,aangewend zal worden voor de realisering van faciliteiten, met name ten behoeve van degenen die op kamerbewoning zijn aan gewezen. Heeft u al een idee op welke wijze u de ze gelden denkt te zullen besteden? Met u volgen wij kritisch het stadsvernieu wingsproces. Gezien het vele geld dat hiervoor no dig is en de vaak "zoveel hoofden, zoveel zinnen"- houding van de bewoners, moeten we ons wel afvra gen of we met de huidige aanpak van het eerste project, met name in de Spoorbuurt-West, op de goede weg zijn. In de sfeer van de ruimtelijke ordening heeft natuurlijk de ontwikkeling van de Haagse Beemden ook onze speciale zorg, alhoewel wij niet mogen vergeten dat Breda meer is dan de Haagse Beemden alleen. Het is verheugend maar niet meer dan nor maal dat de rijksoverheid het mede tot haar taak rekent de ontwikkeling van de groeisteden te be vorderen en mogelijk te maken. Het is ons bekend dat er periodiek overleg is met de minister en de verantwoordelijke colleges in de vier grote

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 255