2564
17 DECEMBER 1980
stemmingsplannen, omdat we te dien aanzien op ge
zette tijden afhankelijk zijn van beroepen die
worden ingesteld. Verleden week hebben wij iets
dergelijks meegemaakt bij de vaststelling van het
bestemmingsplan Leuvenaarstraat/Middellaan. De wet
houder noemde het toen terecht een betreurenswaar
dig feit dat nu reeds is aangekondigd dat een derde
tot en met de Kroon in beroep zal gaan. Zo'n hou
ding kan de invulling aanzienlijk vertragen en een
zekere bezorgdheid ten aanzien van versnelde in
vulling van de binnenstad is dan ook op haar plaats.
Eigenlijk hadden wij dit soort procedures moeten
voorkomen en ik ben er persoonlijk van overtuigd
dat dat had gekund. Er lagen wat verschillen van
inzicht ten aanzien van de stedebouwkundige invul
ling van het gebied. Het college heeft gemerkt dat
de gehele raad de stedebouwkundige visie van het
college onderschrijft. Door vroegtijdig contact
met vertegenwoordigers van het particulier initi
atief de directeur van de dienst openbare wer
ken heeft er indertijd een notitie over gemaakt --
hadden wij dit soort kritiek inhoudelijk moeten
voorkomen. Als er bij de voorbereiding van be
stemmingsplannen in een vroegtijdig stadium funda
mentele meningsverschillen op tafel komen en als
de wethouder er met de dienst niet in slaagt de
problemen de wereld uit te helpen, zullen we via
een commissiezitting tot een oplossing moeten ko
men. Ik vind dat deze mogelijkheid in de toekomst
nader moet worden bekeken, willen bij de invulling
van gebieden in de binnenstad niet in vertragingen
terecht komen.
Ik wil het hierbij laten, omdat de Hoge Vucht
de Haagse Beemden, de stadsvernieuwing, het woning
toewijzingsbeleid en de wijze van opereren ten op
zichte van de woningbouwverenigingen zeker het ko
mende jaar heel intensief in de commissies zullen
worden besproken.
De VOORZITTER: Ik constateer dat de heer Ten
Wolde een motie heeft ingediend die tot nu toe nog