17 DECEMBER 1980 2573 gedurende korte termijn, maar ook een groot aantal ook voor langere termijn. Ik ben van mening dat we dit probleem zouden moeten aanpakken, waartoe ik een motie heb opgesteld die voldoende is onder steund. Als we niet zo graag over het kraken en over het politiebeleid ten aanzien van het kraken praten, moeten we er zeker voor zorgen dat de leeg stand wordt beperkt. Naar mijn mening biedt de mo tie mogelijkheden om te komen tot een leegstands- register, op basis waarvan ernaar kan worden ge streefd dat leegstaande woningen weer worden be woond. Het lijkt mij persoonlijk wenselijk dit te koppelen aan de Woonruimtewet 1947, maar het is mij helaas niet mogelijk daarover mijn motie in te dienen doordat de Partij van de Arbeid, op grond van de overweging dat dit punt nog in discussie is, op dit ogenblik die motie niet wil ondertekenen. Ik betreur dit omdat via die motie een fundamente lere aanpak van de leegstand mogelijk zou worden: de Woonruimtewet 1947 maakt het mogelijk woonruimte te vorderen en toe te wijzen. Helaas mag de motie hier nu geen onderwerp van beraadslaging uitmaken. Ik ga nog even terug naar de stagnatie in de produktie van nieuwbouwwoningen. Als we de 5.200 woningen die op het programma staan willen reali seren, moeten we weten waar de knelpunten zitten. We moeten nu niet paniekerig gaan doen over een meneer die tegen een bepaald plan een bezwaarschrift indient. Ik denk dat je daarmee, als je plannen ontwikkelt, rekening moet houden. Je kunt het in dienen van bezwaarschriften niet onmogelijk maken daar zou ik ook zwaar op tegen zijn maar ik denk dat je de presentatie van de plannen heel open moet laten verlopen. Je moet duidelijk maken hoe je te werk zult gaan en als je goede inspraakprocedu res hebt kun je wellicht bezwaarschriften minimali seren. Ik denk dat je er bovendien bij de planning rekening mee moet houden dat de mogelijkheden tot indiening van bezwaarschriften erin zitten. De heer TEN WOLDE: De heer Garritsen spreekt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2573