2576 17 DECEMBER 1980 a. er bij de Staten-Generaal op aan te drin gen spoedig een Leegstandswet in werking te laten treden, waarmee de leegstand voor plaatselijke overheden effectief bestreden kan worden b. in afwachting van inwerkingtreding van een Leegstandswet een leegstandsverordening in te voeren, waarin een meldingsplicht voor eigenaren, sancties en een openbaar leeg- standsregister voorzien zijn; c. het gemeentebestuur uit te nodigen vóór 1 maart 1980 een concept-leegstandsverorde ning als bedoeld onder punt b aan de gemeen teraad voor te leggen". Voldoende ondersteund zijnde maakt deze motie mede onderwerp van beraadslaging uit. Wethouder VAN DUN: Mevrouw Muntjewerff zei zojuist dat haar fractie zou proberen met vereende krachten de problematiek naar voren te brengen. Hoe wel ik collegiaal lid van dit college hoop te zijn, zal ik het in mijn eentje moeten doen en aangezien er terecht nogal wat vragen zijn gesteld, hoop ik dat het mij niet euvel zal duiden als ik wellicht bij tijd en wijle nogal van de hak op de tak spring. Allereerst enkele opmerkingen vooraf. Door persoonlijke omstandigheden heb ik gisteren het beraad van het college van burgemeester en wethou ders niet kunnen bijwonen. Als ik het goed heb be grepen, is tijdens dat beraad een voorlopige me ning over een aantal moties gevormd. Het college is zo collegiaal geweest zeker geen voorlopig stand punt in te nemen over moties die op het terrein van mijn portefeuille liggen. Wanneer ik dan ook iets over de moties zeg, draagt dit vooralsnog het ka rakter van een redelijk persoonlijk getinte mening. Op die manier krijgt mevrouw Saelman toch haar zin, want voor een stukje van de collegevergadering lijkt hier openbaarheid te gelden.'

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2576