2578 17 DECEMBER 1980 ermee te maken. Zo'n dienst staat gauw in de be langstelling van de raadsleden en anderen en van uit die optiek is het goed dat het college, in overleg met de staf en de medezeggenschapscommis sie van de dienst, aan de dienst "sleutelt", om hem in staat te stellen de belangrijke taak die hij in Breda heeft uit te voeren. Dat is een proces waar we mee bezig zijn en waarvan de heer Hendrik- sen wil weten in wiens portefeuille het zit. Ik voel mij er in hoge mate verantwoordelijk voor, omdat ik het voorrecht heb met deze dienst te wer ken, maar ik vind het ook bijzonder plezierig dat mijn collega Welschen,belast met organisatie en personeelszaken, daarin meedoet. Ik geloof dat dat de beste manier is om de gang van zaken te bege leiden Wat de dienst beplantingen betreft: naar mijn mening wil de dienst geenszins zelf het beeld op roepen van valse of vage romantiek en van een ver sierende taak. Ik geloof dat naast de dienst open bare werken ook de dienst beplantingen met een za kelijke begeleiding een zakelijke taakstelling in Breda heeft. Ik hoop dat we de twee taakstellingen, als we naar de wijken moeten, zo veel mogelijk zul len weten te integreren. De heer Brooimans weet nog niet wat hem boven het hoofd hangt, want hij was er zojuist niet: de heer Van den Broek heeft ervoor gepleit de dienst beplantingen aan de porte feuille van de heer Brooimans toe te voegen. Even als de heer Sandberg wijs ik erop dat we hier niet over deze tafel even de portefeuilles gaan herver delen. Overigens zou ik mij met hand en tand tegen de door de heer Van den Broek bepleite verschuiving verzetten. Ik denk namelijk dat de taakstelling van deze portefeuille alleen duidelijk naar buiten kan komen een duidelijkheid waarvoor van de kant van de raad is gepleit -- als het functioneren van de dienst beplantingen en het functioneren van de dienst openbare werken niet optimaal maar maxi maal op elkaar zijn afgestemd. Dat het nog lang niet zo ver is, weten we allemaal, maar het gaat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2578