2580 17 DECEMBER 1980 van de steden. In dat verband is het per definitie zaak in de binnensteden naast andere functies ook zoals wij in Breda willen het wonen een be langrijke impuls te geven, een streven dat diame traal staat tegenover de ontwikkelingen die wij op het ogenblik in economisch en bouwtechnisch Neder land zien optreden. Dit betekent dat de gemeente, omdat het bijna onontkoombaar noodzakelijk is de woonfunctie in de binnenstad te verstevigen, zo lang het verantwoord is diep in eigen buidel moet tasten. De heer Schuring heeft deze conclusie te recht getrokken en hij heeft de impuls van de 8,4 miljoen plus de 2,1 miljoen terecht een goede zaak genoemd. De heer SCHURING: Overigens heeft de wethou der toch niet uit mijn woorden opgemaakt dat ik al die problemen rauwelings en onbekookt denk te kunnen oplossen door een huurverhoging? Zo is het natuurlijk niet: er is ook nog een sociaal beleid enzovoorts. Ik heb alleen getracht bepaalde markt verhoudingen te schetsen. Wethouder VAN DUN: Akkoord, het is ook zeker niet de bedoeling u dat in de schoenen te schui ven. Je kunt alleen de vraag stellen, welke con clusies uit de door u geschetste situatie moeten worden getrokken. De heer Schuring heeft nieuwsgierig geïnfor meerd, of er vanuit het nieuwe streekplan West- Brabant indicaties op Breda afkomen. Dat is inder daad het geval en het heeft alles te maken met vraagstellingen over de bouwproduktie en de taak stellingen in Breda en ontwikkelingen in de toe komst. Zoals men weet heeft de raad via een pre advies commentaar geleverd op de nota ruimtelijke hoofdstructuur. De boodschappen zijn overgebracht aan het provinciaal bestuur en aan het stadsgewest Op dit ogenblik is het concept-streekplan West- Brabant gereed; ik meen te weten dat het begin januari door gedeputeerde staten zal worden vast-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2580