2582 17 DECEMBER 1980 gelukkig, mevrouw Saelman! zijn er al gegevens verstrekt in het aluminiumgrijze boekje, uitgege ven bij het vijfjarig bestaan van de binnenstads- besluiten. Als men deze gegevens optelt en nagaat welke realiteit erin zit, komt men op een aantal van 3.000 woningen. Daarmee is het probleem -- me vrouw Van Rooij wijst daar ook op -- niet afgedaan. Afgezien van de problematiek geen schrikachtige reacties! -- van de Kroonprocedures die op het vlak van de ruimtelijke ordening nog kunnen worden gevonden, denk ik, mij tevens richtend tot mijn huurlieden in het college, dat het probleem voor de gemeente Breda niet alleen in het bouwen van de 3.000 woningen gelegen zal zijn: de sociaal maatschappelijke ontwikkeling in de binnenstad van Breda zal er gelijke tred mee moeten houden. Ik kan mij niet voorstellen dat een opkrikken van de binnenstad met 3.000 woningen alleen voldoende zal zijn voor een adequaat leefklimaat. Een aantal opmerkingen mag ik hopelijk ver wijzen naar de nota volkshuisvesting. Dat klinkt niet kinderachtig en het is geen verschuiven van de problematiek. De nota volkshuisvesting is con form politieke afspraak gereed gekomen, zij ligt op het ogenblik ter advisering bij een aantal functies die bereid en in staat moeten zijn te adviseren, wij proberen eind januari de reacties te verzamelen, de nota volkshuisvesting gaat ver volgens "in de inspraak" en de raad zal er in juni van het volgend jaar beslissingen over nemen. Een volkshuisvestingsbeleid moet een integraal beleid zijn en al klinkt het flauw, ik moet de heer Gar- ritsen erop wijzen dat op dit ogenblik elke uit spraak van de raad over erfpacht, leegstand of de invoering van de Woonruimtewet 1947 zou getuigen van een partiële benadering van een stuk problema tiek dat alleen maar kan worden beoordeeld in de context van de nota volkshuisvesting. Het kritisch bezien van de renovatie is een jaarlijks terugkerend thema. Is renovatie nog de moeite waard? Vanuit zakelijk oogpunt redenerend,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2582