2592 17 DECEMBER 1980 vraag, of het grootschalig groen de plaats van het kleinschalig groen moet innemen. Hierover kun je uren praten en anderen, hier in de zaal aanwezig, kunnen dat nog beter dan ik. We hebben hier te maken met het element van romantiek waarop ik in het begin van mijn betoog heb gedoeld. Natuurlijk is het kleinschalig groen qua belevingswaarde in teressant, maar als wij de broekriem moeten aan halen, als wij weten dat het in de komende jaren in Breda niet beter zal gaan, dan lijkt het ver standig in tegenstelling tot wat we de laatste jaren hebben moeten doen: het onderhoud van het bestaande groen terugdraaien er bij de aanleg van groen rekening mee te houden dat het te zijner tijd ook in sobere omstandigheden kan worden on derhouden. Het is duidelijk dat dit met name in de Haagse Beemden zal moeten gebeuren, wat dan weer zal moeten "sporen" met stedebouwkundige op vattingen van de dienst openbare werken. Ik durf bijna niet in te gaan op de opmerking van de heer Van den Broek waarin hij de hoop uit sprak dat het werk dat E-werkers doen, bij de over name door de B.S.W.B. beter zal worden geregeld. Ik twijfel niet aan de capaciteiten van de B.S.W.B., maar de heer Van den Broek en anderen in deze zaal zijn er naar ik aanneem van op de hoogte dat wij straks in het kader van de B.S.W.B. nog het een en ander voor de kiezen kunnen krijgen. Ik vraag mij af of de E-objecten die vroeger in het kader van E-werken werden gerealiseerd, daar nog aan hun trekken zullen komen. Een volgend onderwerp waarover je uren kunt praten -- het is door mevrouw Den Ouden aan de orde gesteld is de kwestie van de "terugkachelende winkelcentra". Het gaat natuurlijk niet alleen om het Graaf Hendrik III-plein en het Edisonplein: er zijn vele winkelcentra in Breda waarmee het slech ter gaat. Wij zijn daar met ons allen schuldig aan. Bij het opzetten van de betrokken wijken verhiel den de planologische opvattingen ten aanzien van de bewinkeling zich tot het koopgedrag van de toen-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2592