17 DECEMBER 1980
2593
malige bewoners. Mevrouw Den Ouden heeft er terecht
op gewezen dat het koopgedrag op een gegeven ogen
blik is gaan veranderen. De oorzaken daarvan zijn
gelegen in de economische recessie, de veranderde
mobiliteit en veranderde gedragspatronen. Tegen
die achtergrond worden we geconfronteerd met enige
winkelcentra die het niet zo best maken. Wat kun
nen we daaraan doen? Ik geloof dat we niet de illu
sie moeten wekken dat we de problemen kunnen oplos
sen. In sommige gevallen zal deelname aan een onaf
wendbaar saneringsproces noodzakelijk zijn. Iets
anders is dat je wellicht bepaalde winkels hun oude
functie zou kunnen teruggeven, mogelijk zelfs in
versterkte vorm, door het aanvullen van de woonbe
bouwing ter plaatse. Een goed voorbeeld is Prin-
cenhage: de "terugkachelende" kern van Princenhage
heeft in hoge mate haar oude vitaliteit hervonden
-- en zelfs meer dan dat door het bouwen van
Princenhage-noord, Princenhage-west-I en Princen-
hage-west-II. Het probleem is ontstellend moeilijk
en gelukkig blijven we erover in gesprek met de
rijksconsulent der detailhandel en ambachten en
de Kamer van Koophandel.
Een aantal opmerkingen over het g.t.s.-ter
rein, naar aanleiding van opmerkingen van mevrouw
Den Ouden en de heer Van de Steenoven. Deze laatste
heeft gevraagd of bij de vaststelling van de be
groting wordt gekozen voor een methode om het plan
van het Chassé-comité uit te voeren. Dit is niet
het geval. Door de begroting conform de presenta
tie te aanvaarden kiest de raad voor het feit dat
er twee mogelijkheden zijn. Als we straks met het
g.t.s-rapport en het voorstel van het college van
burgemeester en wethouders naar buiten gaan, zit
ten beide mogelijkheden, althans financieel, in
gebakken in het "groene boekje". We willen alleen
duidelijk laten zien dat de raad, wanneer hij voor
het plan van het Chassé-comité kiest, 600.000,
niet aan iets anders kan besteden. Daarbij gaan we
uit van een cijfermatige benadering. Daarnaast ligt
er zoals men weet een inhoudelijk rapport over de