2594 17 DECEMBER 1980 beoordeling van een aantal bouwplannen klaar. Men krijgt dit rapport in januari ter tafel en zal er met ons een beleidskeuze uit moeten destilleren, waarbij ik hoop dat het college van tevoren een duidelijke indicatie geeft ten aanzien van de weg die het zou willen inslaan. De heer VAN DE STEENOVEN: Er zijn twee moge lijkheden, waarbij de ene veel meer kost dan de ander. Is er bij de goedkope oplossing ook een alternatief voor de gelden die je dan niet aan de invulling van het g.t.s-terrein zou hoeven te besteden? Of blijft dat bedrag gewoon in de alge mene reserve zitten? Wethouder VAN DUN: Ik denk dat alle gelden in de algemene reserve zitten, tot op dit moment. Ze kunnen er naar ik meen per project uit; ander zijds denk ik dat we maatregelen zullen moeten treffen in verband met het feit dat straks de Wet op de stadsvernieuwing het fonds stadsvernieuwing verplicht zal stellen, onafhankelijk van de vraag, of we zo'n fonds zelf wenselijk achten. Persoon lijk ben ik dit mede aan het adres van de heer Hendriksen er een groot voorstander van. In de huidige situatie zal het bedrag van 600.000, wanneer er in 1981 geen beroep op wordt gedaan, voorlopig in de algemene reserve blijven, maar we hebben wèl afgesproken dat, indien de stand van de reserves de voor mij nog altijd rooskleurige aanblik blijft geven, over het totaalbedrag kan worden beschikt in het kader van de doelstellingen die in het "groene boekje" zijn neergelegd. Als er in 1981 een grotere claim ten behoeve van stads vernieuwingsactiviteiten in de binnenstad zou kun nen worden gelegd, zou wat mij persoonlijk betreft het bedrag van 600.000,daarin een plaats kun nen hebben. De heer VAN DE STEENOVEN: Als we de begroting inclusief het "groene boekje" vaststellen, stemmen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2594