2596 17 DECEMBER 1980 overweging zal willen nemen. Verder kan ik op dit ogenblik niet gaan. Het lijkt mij goed de minister in Breda uit te nodigen, omdat het de minister is geweest die verleden jaar in de openbaarheid heeft gezegd dat er in 1984 over de nieuwe weg zou wor den gereden, terwijl wij allen nu weten dat dat niet mogelijk zal zijn. Het vervelende is, dat de bevolking op dit ogenblik niet meer naar de minis ter kijkt, maar hoofdzakelijk naar het gemeente bestuur van Breda, het gemeentebestuur van Nieuw- Ginneken, enigszins het gemeentebestuur van Rijs- bergen en het provinciaal bestuur. Ik vind dat je, wanneer het rijkswegenbeleid in alle opzichten in het geding is, ook de minister, uit hoofde van zijn verantwoordelijkheid, erbij moet betrekken. Daarom wil ik de kwestie met hem bespreken. Het initiatief van de raad tot besprekingen met de gemeenteraad van Nieuw-Ginneken waardeer ik zeer positief. Vandaag of gisteren hebben ge deputeerde staten besloten dat ze verdere plano logische procedure via de gemeente Nieuw-Ginneken en niet volgens de provinciale tervisielegging zullen afwikkelen. We weten dat dit weer tot een blokkade in tijd zal leiden, maar ik hoop dat het gemeentebestuur van Nieuw-Ginneken het lef heeft om "door de zure appel heen te bijten". Daarmee zouden naar ik meen allen gebaat zijn. Ik hoop ook dat we de problematiek van rijksweg 58 en de problematiek van de S 11 als gescheiden, onafhan kelijk van elkaar staande onderwerpen kunnen blij ven bepraten. In die context kan een bespreking tussen de twee gemeenteraden nuttig zijn. Aan het adres van de heer Goos deel ik mee dat het plan voor de fietspaden van de Terheijden- seweg volgens mijn informatie vandaag op het ge meentehuis is binnengekomen, zodat burgemeester en wethouders het kunnen insturen om rijkssubsidie te krijgen. Ik moet er alleen op wijzen dat de verkrijging van die rijkssubsidie wel enige tijd op zich zal laten wachten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2596