2602 17 DECEMBER 1980 moet er ook wel eens intern worden gebouwd en ge werkt De heer VAN DE STEENOVEN: Ik vind dat u het probleem een beetje bagatelliseert. Ik vraag om een verordening waarin een regeling wordt neerge legd. Daarbij ga ik niet eens in op de vraag, in welke mate er inspraak zou moeten zijn. Ik pleit alleen voor het doorbreken van de huidige pat stelling waardoor we iedere keer weer met elkaar in aanvaring komen, zowel in de commissie, over bestemmingsplannen, als in de raad. Er moet duide lijkheid komen, niet alleen voor ons, maar ook ten behoeve van de stedebouwkundige adviesraad, die jaren geleden al een rapport heeft uitgebracht, waarover we in het motel een keer een bespreking hebben gevoerd, maar waarmee verder nooit meer iets is gebeurd, althans niet in het officiële raads- circuit. Ik vind dat er duidelijkheid moet komen. Dan hoeven we deze eindeloze discussies niet meer opnieuw te houden. Naar mijn mening moet er nu eens echt aan zo'n verordening worden gewerkt. Misschien zullen we het niet eens blijken te zijn over de mate, waarin inspraak moet plaatsvinden, maar er komt dan in ieder geval duidelijkheid, terwijl we bovendien aan de toekomstige wettelijke eisen vol doen. Wethouder VAN DUN: U kunt van mij op dit ogen blik geen concrete toezeggingen krijgen. Ik kan mij voorstellen dat uw opmerking betrekking heeft op de bereidheid tot positief meedenken over ik vind "verordening" vooralsnog een groot woord een systematiek van inspraak ten aanzien van de ruimtelijke ordening, zo simpel als mogelijk is. Tegen deze achtergrond denk ik maar dat is mijn persoonlijke mening dat we met het experiment van de activiteiten van de werkgroep Cocon ten aan zien van de Haagse Beemden ervaring zullen opdoen waaruit we misschien lessen kunnen trekken die we aan de raad kunnen voorleggen. Ik heb daar geen moeite mee en als de discussie over de mate waarin

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2602