17 DECEMBER 1980 2607 verschil van mening. Terwijl mevrouw Paulussen in hoge mate vóór deze "knutelaar" is, ben ik dat niet. Ik kan daar niets aan doen en ik hoop Wethouder mevrouw PAULUSSEN: Op sommige opmer kingen reageer ik niet meerl Mevrouw SAELMAN-BOELENHet is eerlijk, het zo te zeggen, maar de heer Van Dun is het toch wel met mij eens dat die decentralisatie-ambtenaar voorshands nog niet nodig is en dat we het volgend jaar verder zouden kunnen kijken. Wethouder VAN DUN: Ik vind de decentralisatie ambtenaar voorshands wèl nodig. Ik had eigenlijk al eerder over een dergelijke medewerker willen kunnen beschikken om eerder met het rijk te praten over de mogelijkheden tot decentralisatie van de woningbouw naar Breda toe, in navolging van wat er in Tilburg en in Groningen gebeurt. Ik geloof dat besprekingen met het rijk over dat onderwerp nuttig zijn; u vindt dat ook terug in de nota volkshuis vesting, waarnaar ik bijna niet meer mag verwijzen. Wat de natuureducatie betreft: mevrouw Sael- man is er nu achter wat zij ons aandeed, het schrappen van die post. Mevrouw Saelman heeft van haar fractiegenoot gehoord dat in de onderhavige situatie een beroep op de stelpost "bijzondere personeelsuitgaven" mogelijk zijn. Ik heb van de heer Welschen, de wethouder van personeelszaken, die naast mij zit, machtiging om te zeggen dat de fractiegenoot van mevrouw Saelman er geen bal van heeft begrepen. Tot slot kom ik toe aan een reactie op de op merkingen van de heer Garritsen, die in de presen tatie van de begroting van openbare werken nog steeds datgene mist waar hij naar zoekt. Ik pre tendeer niet dat we het op de juiste wijze doen en ik heb de heer Garritsen ook al een toezegging ge daan: we gaan met name het investeringsprogramma duidelijker toelichten. Overigens meen ik dat we

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2607