2608 17 DECEMBER 1980 dit jaar, afgezien van het technische "verhaal" van de dienst openbare werken, door het presente ren van een beleidsmatige onderbouw van de begro ting weer een stap verder zijn, zonder dat ik wil zeggen dat het goed is. We zullen proberen in de komende jaren meer duidelijkheid te verschaffen en de raadsleden uitgebreider voor te lichten. Met de heer Garritsen voer ik een eeuwigdu rende discussie over het niet-halen van de woning- bouwproduktiewaarover we bij de algemene be schouwingen al in twee termijnen hebben gesproken. Op de opmerkingen van de heer Garritsen over het achterstallig onderhoud en de stadsvernieuwing ben ik al ingegaan. De leegstandsmotie, de Woonruimte- wet-motie en de erfpachtsmotie van de heer Garrit sen heb ik, voor zover het moties zijn, verwezen naar de nota volkshuisvesting. Voorts moet ik aan het adres van de heer Garritsen een tot de heer Ten Wolde gerichte opmerking herhalen: met het eventueel wijzigen van de bestemmingsplannen in de Haagse Beemden zijn wij er niet. De heer GARRITSEN: Is de motie over de leeg stand al in het college aan de orde geweest? Wethouder VAN DUN: Aan het begin van mijn be antwoording heb ik gezegd dat ik over geen enkele motie een collegestandpunt kan mededelen. De discussie wordt gesloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2608