2612 18 DECEMBER 1980 van eisen ten bedrage van ongeveer 900.000, hieruit volgt dat er een tekort is. Via een motie zouden wij minstens en ik druk mij dan heel voorzichtig uit de wens willen uitspreken dat het college ernstig in overweging neemt in de be groting 1982 gelden op te nemen om tot de hoogno dige uitbreiding te komen. Voor het geval dat het college op dit verzoek ingaat, spreek ik namens Princenhage bij voorbaat een woord van dank. In dit verband heeft de V.V.D. een amendement, waar over ik op voorhand wil zeggen dat onze fractie, hoe begaan zij dit zal uit het voorafgaande zijn gebleken ook met Princenhage is, zal te genstemmen. Wij zijn namelijk van mening dat de gemeente in het kader van het sociaal plan ten aanzien van de binnenstad verplichtingen is aange gaan waaraan zij vastgebakken zit. Tot slot nog iets over de Pluu. Wij willen met de voorgestelde post wel akkoord gaan, mede gezien de huisvestingskosten en de sociale ver plichtingen ten opzichte van het personeel. Toch zouden we het college willen vragen vóór uitkering van de subsidie in de commissie de voorwaarden en de instelling van de Pluu ter sprake te brengen. Hiermee ben ik aan het eind van mijn opmer kingen gekomen. Mijn collega Henk van Dongen zou nog een enkel woord over de jeugdproblematiek wil len zeggen. De VOORZITTER: Ik heb begrepei dat u aan het begin van uw betoog en aan het eind van uw betoog moties hebt aangekondigd. De heer VEELENTURF: Ik heb er drieJ De VOORZITTER: Dan is mij er één ontgaan. Het zijn, denk ik, allemaal splinternieuwe moties. De heer VEELENTURF: Ja, mijnheer de voorzit ter.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2612