261
7 FEBRUARI 1980
accommodaties. Alleen maar met een meerjarenbeleid,
waarin met alle culturele accommodaties in onder
linge afweging rekening wordt gehouden, krijgt
Breda misschien eindelijk een voorzieningenpeil op
cultureel gebied dat de stad waardig is.
Tijdens de algemene beschouwingen van de raad
bij de behandeling van de begroting 1979 is door
vrijwel alle fracties gewezen op het grote belang
van een inzichtelijk en toegankelijk maken van de
veelheid van welzijnsvoorzieningen voor de burgers
van Breda. In de raad is zelfs gesproken van een
doolhof voor de burgers en onze fractie heeft er
haar zorg over uitgesproken dat de voorzieningen
en de dienstverlening voor een groot deel van de
bevolking niet meer herkenbaar zouden zijn. Het
college deelde deze zorg en heeft de raad verze
kerd dat juist vanuit deze zorg gewerkt zou worden
aan de ontwikkeling van gemeentelijke plannen. Het
college heeft er toen tevens op gewezen dat het
uitzag naar het advies van een commissie van amb
tenaren en vertegenwoordigers van particulier ini
tiatief met betrekking tot een democratische pro
cedure waarlangs de welzijnsplannen tot stand zou
den moeten komen. Hoewel met name de rijksbijdrage
regeling sociaal-cultureel werk al reeds een jaar
geleden is afgekondigd en het advies van de ge
mengde commissie over de wenselijk geachte proce
dure reeds geruime tijd geleden is uitgebracht, is
het voor de raad nog steeds onduidelijk wanneer de
beleidsplannen verwacht mogen worden en hoe deze
tot stand zullen komen. Wij zijn bezorgd over het
uitblijven van die plannen en dringen aan op grote
spoed. Deze plannen zullen door ons juist beoor
deeld worden vanuit de vragen of het particulier
initiatief daarbij voldoende betrokken is geworden
en of de plannen de herkenbaarheid en toegankelijk
heid van de dienstverlening vergroten. Wij zullen
het op prijs stellen van u te vernemen wanneer wij
uw ideeën hieromtrent tegemoet kunnen zien.
Wij hebben tot onze voldoening kunnen consta
teren dat het college met kracht streeft naar het