2630 18 DECEMBER 1980 over de vraag wie nu een bepaalde motie heeft op gesteld. In ieder geval heb ik de motie niet opge steld.' Ik ben van mening dat we erg serieus moeten proberen het toegezegde geld binnen te halen, maar dat het daarnaast ook van belang is na te gaan, welke "grootschalige accommodaties" in Breda nog meer zouden moeten of kunnen worden gerealiseerd. Ik denk met name aan een 400 m-schaatsbaan, een ijshockey- of een kunstrijbaan; wellicht zijn er op dat gebied mogelijkheden. In dit verband speelt ook het punt van een zwembad in de wijk Oost mee. Bovendien zou ik graag willen weten wat er is ge beurd met de motie over openstelling van het K.M.A.-bad voor het publiek van de binnenstad, die verleden jaar is aangenomen. Ik vond dat toen een nogal merkwaardige motie en ik ben benieuwd wat de besprekingen hebben opgeleverd: of er in dezen in derdaad een mogelijkheid is. Tot slot nog iets over N.A.C.dat nog gere geld in discussie komt. Met name met het oog op het gepresenteerde meerjarenbeeld zou ik graag wat meer informatie willen hebben. Wellicht is het moeilijk nu mondeling informatie te verschaffen, maar het lijkt mij zinnig de raad in ieder geval optimaal te informeren over de keuzen waarvoor hij komt te staan. Wethouder WELSCHEN: De twintig minuten die mij toegemeten zijn, zal ik hollend moeten doorlo pen, wil ik op alle gestelde vragen en gemaakte opmerkingen fatsoenlijk reageren. Overigens moet ik de raadsleden danken dat we hier praktisch al les in duplo hebben binnengekregen, zodat wij van onze kant in ieder geval maximale duidelijkheid hebben over wat de raad wil! Ik zal mijn beantwoording in drie delen split sen: één over de kwestie sport, één over de kwes tie jeugd en één over de kwestie ruimtes. Vooraf één opmerking: met name in deze sector geldt in grote lijnen dat we alles wat we opzetten, zelf moeten bekostigen. Zelfs bij zwembaden en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2630