2632 18 DECEMBER 1980 Ik ben daar erg blij om, omdat ik geloof dat in het sportbeleid in Breda in erg korte tijd een nieuwe "poot" is ontwikkeld die eigenlijk bij nie mand meer discussie of twijfels oproept maar die geaccepteerd is. Dat in de sportsector nog een aantal problemen leeft, is bekend. Ik behandel de punten die op tafel zijn gelegd stuk voor stuk. De zwembaden, inclusief de situatie van het zwembad VierwindenstraatDe zwembaden leveren op dit ogenblik landelijk miljoenentekorten op. Dit geldt met name voor de openluchtzwembaden en er is op korte termijn geen flinke verbetering te verwachten. In de commissie is een toezegging ge daan met betrekking tot een vraag die natuurlijk ook in het college aan de orde is geweest: kan de totaalproblematiek van de zwembaden zodanig worden gepresenteerd, dat de raad een goed inzicht heeft in de verbeteringsmogelijkheden op enige termijn? Wij hopen te dien aanzien ongeveer in januari een interimrapportage gereed te hebben waarin voorlo pige maatregelen worden voorgesteld. Het zal zeker nog een half jaar of langer duren voordat we over een echt uitgewogen rapportage beschikken. Overi gens zal met het programma van het volgend jaar worden ingespeeld op de gegeven aanbevelingen. Met name bij de openluchtzwembaden zal worden gepro beerd tot een vakantieprogramma en een programma van sportieve recreatie te komen waarmee het ge bruik sterk kan worden verbeterd. Een tweede ontwikkeling in het zwembadgebeu- ren betreft het zwembad Oost. Er is op het ogen blik een fase aangebroken waarin we langzamerhand tot beslissingen moeten komen. De raad zal een voorstel gepresenteerd krijgen waarin enkele al ternatieven, inclusief renovatie van het bad aan de Vierwindenstraat, worden geformuleerd. Naar aanleiding daarvan zal de raad een uitspraak moe ten doen. Er is ten eerste een programma voor een zwembad in Oost plus enige vergaderruimte dat komt bouwtechnisch goed uit waarmee het als benodigd aangekondigde krediet zou worden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 2632